Katern B - Hoofdstuk 6 – Leven in de stad

Cursus 1 – Stad en land

Moet je vaak wachten voor een stoplicht? Zijn er veel scholen in jouw woonplaats? Dan woon je vast in een stad. Zie je veel groen in je omgeving? Moet je voor de bioscoop naar een andere plaats? Dan woon je vast in een dorp.
Deze cursus gaat over de verschillen tussen stad en platteland.

Stedelijk gebied

In het westen van Nederland liggen veel steden dicht bij elkaar. Zo’n gebied heet een stedelijk gebied. De kenmerken zijn:

• er wonen veel mensen;
• er is veel werk;
• er zijn veel voorzieningen;
• de gebouwen staan dicht op elkaar.

Voorzieningen zijn diensten waar mensen gebruik van maken. Denk maar aan winkels, bioscopen, restaurants, ziekenhuizen en scholen.
Een stad is een woonplaats met meer dan 10 000 inwoners. Als een woonplaats minder dan 10 000 inwoners heeft, spreek je van een dorp.

Verstedelijking

De steden in Nederland zijn de afgelopen 100 jaar enorm gegroeid. Er is in de stad meer werk te vinden dan op het platteland, waardoor mensen verhuizen naar stedelijke gebieden. Dit noem je verstedelijking. Omdat er in de steden zelf geen ruimte meer is voor uitbreiding, vindt de groei aan de rand van de steden plaats. Daardoor verdwijnt het platteland rond de steden. Je kunt dat goed zien op de afbeelding hiernaast.

Landelijke gebieden

In de afbeelding hierboven zie je op de achtergrond een landelijk gebied. De kenmerken zijn:

• er wonen weinig mensen;
• er is veel ruimte tussen de gebouwen;
• er is weinig werk;
• er zijn weinig voorzieningen.

Er is verschil tussen landelijk gebied dicht bij de stad en landelijk gebied ver van de stad vandaan. In het landelijk gebied vlak bij een grote stad is het drukker en groeit het aantal mensen en bedrijven omdat er in de nabijgelegen stad een tekort aan ruimte is.
Mensen die hier wonen, gaan vaak naar de grote stad, bijvoorbeeld voor werk of voor voorzieningen. De verbindingen met de stad zijn goed. Je reist gemakkelijk met het openbaar vervoer en er zijn veel wegen.
In landelijke gebieden die verder van de steden af liggen, wordt de grond vooral gebruikt voor landbouw, natuur en recreatie. Omdat er weinig werk is, gaan veel jonge mensen er weg. Winkels houden dan minder klanten over.
Scholen krijgen minder leerlingen. Een gevolg is dat veel voorzieningen verdwijnen.

Grondgebruik

Als je onderweg bent in Nederland en je kijkt om je heen, kan het heel verschillend zijn wat je ziet. Het hangt ervan af waarvoor de grond wordt gebruikt. Omdat we in een klein land wonen met veel mensen wordt ieder stukje grond benut. Het grondgebruik delen we in vijf vormen in.

1. landbouw. Groenten, vruchten, bloemen, bomen, melk en vlees zijn allemaal landbouwproducten. Grond is nodig om deze producten te maken.
2. natuur. Denk aan bossen, heide, strand en duinen.
3. woongebied. We wonen met meer dan 16 miljoen mensen in Nederland. Toch is maar 9% van heel Nederland woongebied.
4. industrie en havengebied. Fabrieken en havens liggen vaak bij elkaar.
5. water. Het gaat hier bijvoorbeeld om het IJsselmeer, de Waddenzee, de Friese meren en de rivieren.