Theme 4

Stone 10

stone10

Zo praat je over toekomstplannen en wat er gaat gebeuren

What are you going to do tonight? Wat ga je vanavond doen?
What are Ashram and Robin going to eat tomorrow? Wat gaan Ashram en Robin morgen eten?
Are you going to see that basketball game? Ga je naar die basketbalwedstrijd kijken?
Is Heather going to watch the rerun this weekend? Gaat Heather dit weekend naar de herhaling kijken?
I’m going to buy a new pair of sneakers. Ik ga een nieuw paar sportschoenen kopen.
Casey is going to stay in touch with them. Casey gaat contact met hen houden.
We’re going to interview a girl with a very special hobby. We gaan een meisje met een heel bijzondere hobby interviewen.
We’re going to train outdoors this week. The gym is occupied. We gaan deze week buiten trainen. De sportschool is bezet.
My sister is going to play indoors today. It is raining very hard. Mijn zus gaat vandaag binnen spelen. Het regent erg hard.
The hockey team’s going to practise without Eve tomorrow. She’s ill. Het hockeyteam gaat morgen zonder Eve oefenen. Ze is ziek.
The British national team will win the cup this year. Het Britse nationale team zal dit jaar de beker winnen.
The Dutch football team won’t lose to the Germans. Het Nederlandse voetbalteam zal niet van Duitsland verliezen.
I’m sure that I will pass my exams. Ik ben er zeker van dat ik mijn toetsen zal halen.
My dad thinks that they will win this match. Mijn vader denkt dat zij deze wedstrijd zullen winnen.
The next competition will take place in September. De volgende competitie zal in september plaatsvinden.
The semi-final will be in Tokyo, Japan. De halve finale zal in Tokio, Japan, zijn.