My country is pretty flat. |
Mijn land is vrij vlak. |
This area is hilly. |
Dit gebied is heuvelachtig. |
Our country has got a large desert in the south. |
Ons land heeft een grote woestijn in het zuiden. |
This island has got beautiful sandy beaches. |
Dit eiland heeft mooie zandstranden. |
The highest point in the area is Ben Nevis. |
Het hoogste punt in het gebied is Ben Nevis. |
The highest mountain in the country is Mount Everest. |
De hoogste berg in het land is de Mount Everest. |
The most famous landmark in the area is Stonehenge. |
Het bekendste herkenningspunt in het gebied is Stonehenge. |
The most famous landmark in this country is the Eiffel Tower. |
Het bekendste herkenningspunt in dit land is de Eiffeltoren. |
It's a small village in the countryside. |
Het is een klein dorp op het platteland. |
It's a quiet town where nothing ever happens. |
Het is een rustige plaats waar nooit wat gebeurt. |
It's a busy city by the sea. |
Het is een drukke stad aan zee. |