Theme 4

Stone 10

stone10

Zo vertel je over dieren

These animals have rough skin. Deze dieren hebben een ruwe huid.
Those animals don't have hairy paws. Die dieren hebben geen harige poten.
These animals have colourful feathers. Deze dieren hebben kleurrijke veren.
My dog has soft fur. Mijn hond heeft een zachte vacht.
Her pet doesn't have a blue collar. Haar huisdier heeft geen blauwe halsband.
My dog is crazy about meat. Mijn hond is gek op vlees.
Her pet isn't crazy about bones. Haar huisdier is niet gek op botten.
This animal lives in the desert. Dit dier leeft de woestijn.
That lizard doesn't live in Africa. Die hagedis leeft niet in Afrika.