A

aan elkaar schrijven

Woorden die één begrip vormen, worden aan elkaar geschreven. Zulke woorden hebben één klemtoon:
Ik heb een schoudertas gekocht en een verlovingsring.
Maar:
Ik heb een fantastische tas gekocht en een zilveren ring.

De volgende woorden schrijf je aan elkaar:

Kijk bij twijfel in het woordenboek.

aanhalingstekens

Aanhalingstekens zijn leestekens die voor en na een citaat komen.
Je gebruikt aanhalingstekens:

Let op: gedachten zet je niet tussen aanhalingstekens.

aantekeningen

Als je mondelinge informatie moet onthouden, kun je het beste aantekeningen maken. Bijvoorbeeld als je een filmpje bekijkt dat je moet navertellen. Na het maken van de aantekeningen moet je ze uitwerken, zodat je de informatie later goed kunt weergeven. Probeer daarbij de opbouw van de presentatie aan te houden.
Om goede aantekeningen te maken, moet je precies luisteren. Let daarbij op signaalwoorden. Die kunnen de structuur of een verband aangeven. Gebruik de signaalwoorden ook bij het navertellen. Er zijn signaalwoorden voor:

Zo maak je aantekeningen

Zo vertel je na op basis van aantekeningen

aanwijzend voornaamwoord

Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets aan: deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n, dergelijk(e).

achtervoegsel

Door voorvoegsels en achtervoegsels maak je van een grondwoord afleidingen. Voor- en achtervoegsels hebben een functie. Ze geven het grondwoord bijvoorbeeld de tegenovergestelde betekenis (on-) of duiden een persoon of beroep aan (-aar: leugenaar, molenaar). Het achtervoegsel
-heid maakt van een bijvoeglijk naamwoord een zelfstandig naamwoord: wijs wijsheid. Er zijn ook achtervoegsels die we uit het Latijn of Grieks hebben overgenomen, zoals -theek en -tor.

Tip: woorden op -us of -um komen vrijwel allemaal uit het Latijn. Zulke woorden hebben een meervoud op respectievelijk -i en -a: politicus → politici; museum → musea (dus niet *musea’s!). De woorden op -us hebben een vrouwelijke vorm op -a: politicus → politica.

afbeelding

Afbeeldingen zijn beelden, plaatjes en illustraties. Kijk naar de afbeeldingen bij een tekst om de betekenis van onbekende woorden te raden.

afkorting

Een afkorting is een verkorte versie van een woord, zoals bv. (bijvoorbeeld). Je gebruikt afkortingen bijvoorbeeld als je aantekeningen maakt bij een les of presentatie, omdat dat sneller is. Bij het meervoud van afkortingen gebruik je ’s, bijvoorbeeld wc’s.

afleiding

Een afleiding is een woord dat is afgeleid van een ander woord. Door voorvoegsels en achtervoegsels maak je van een grondwoord afleidingen. Voor- en achtervoegsels hebben een functie. Ze geven het grondwoord bijvoorbeeld de tegenovergestelde betekenis (on-) of duiden een persoon of beroep aan (-aar: leugenaar, molenaar).

alliteratie

Alliteratie is een ander woord voor beginrijm. De eerste medeklinkers van een aantal woorden die bij elkaar in de buurt staan, zijn hetzelfde, bijvoorbeeld: bewogen, broer en bocht.

als of dan

Zo gebruik je als en dan:

alwetende verteller

Als je van meerdere personages weet wat zij zien, denken en voelen, heb je te maken met een alwetende verteller. Deze verhalen zijn in de hij/zij-vorm geschreven. Deze verteller kan soms zelfs in de toekomst kijken: Toen Anton ’s ochtends wakker werd, wist hij nog niet wat voor ramp hem die middag zou overkomen.

argument

Als je zegt waaróm je een bepaalde mening hebt, gebruik je een argument. Je zegt bijvoorbeeld:
Ik vind volleybal een moeilijke sport om zelf te doen, (mening)
want het lukt mij niet de onderhandse techniek goed te leren. (argument)
Een argument herken je vaak aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers.
Je gebruikt argumenten bijvoorbeeld in een beoordeling. Je maakt dan aan andere mensen duidelijk wat jij ervan vindt en waarom je dat oordeel hebt.

aspect

Een aspect is een ander woord voor een deelonderwerp. Voor je een tekst schrijft is het belangrijk te bedenken welke deelonderwerpen of aspecten je aan de orde wilt stellen. Neem voor elk deelonderwerp een aparte alinea.

assonantie

Assonantie is een ander woord voor klinkerrijm. In dat geval hebben enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan dezelfde klank maar niet dezelfde eindletter(s). In de zin verliefdheid is het vreemde pad betreden (uit een gedicht van Patty Scholten) zijn dat vreemde en betreden; het gaat hier om de lange e-klank.